We maken het natste najaar sinds tijden mee. Waar we de laatste jaren juist heel droge jaren hadden, gaat 2023 het natste jaar worden in decennia. Met deze weersextremen  moeten we dealen.

In heel Nederland en ook bij ons, is het door de vele regen kletsnat. Al maanden regent het. Dat geeft soms flinke overlast op diverse plekken in ons werkgebied en dat is vervelend. Ondergelopen paden, water op het land en modderige akkers of nattere tuinen. Wij begrijpen dat dit heel vervelend is voor de mensen en ondernemers die dat betreft. Zeker als er economische schade is, en dat is voor een aantal boeren het geval. Waar mogelijk nemen wij maatregelen in het veld, die de lokale overlast kan verminderen.

Deze situatie is het gevolg van de enorme hoeveelheid regen. Meer dan 1000 mm viel er al dit jaar, dat is een kwart meer dan normaal. We hadden de natste oktober in 120 jaar en ook in november viel er dubbel zoveel regen.

Martijn Tholen, lid dagelijks bestuur: “Voor boeren kun je 2023 wel een lastig jaar noemen. Dit is al de vierde natte, lange periode. Het grondwater is door al die regen flink gestegen, soms maar net onder maaiveld. Op zulke natte percelen is het lastig oogsten. En je wilt de bodem niet aan gort rijden met je machines. Vanuit mijn boerenhart raakt mij dat ook, als ik dat zie en hoor. In de media zijn uitspraken van mij verschenen waarin ik in twijfel lijk te trekken of ons beekherstelproject goed is uitgevoerd, net als het onderhoud van de beek. In deze uitspraken herken ik mij als zodanig niet. Vanuit mijn waterschap weet ik dat onze beheerders en mensen buiten hun vak verstaan. Wij nemen alle maatregelen waar dat kan en nodig is. Maar in deze extreme weersituaties kan ook het waterschap niet alle problemen voorkomen.”

Als waterschap werken we al een aantal jaren aan een robuust watersysteem. Dat is de watertransitie. In de toekomst willen we een watersysteem dat beter bestand is tegen extreem droog en extreem nat weer, zoals nu. Maar ook dan kunnen we niet garanderen, dat er nooit meer wateroverlast is, als er heel veel regen valt.

Martijn Tholen: “Kijk, nu is er veel te veel regen, maar afgelopen jaren was het juist veel te droog. Hoe het weer van 2024 uitpakt, hebben we niet in de hand. Ik weet wel, dat we zulke weersextremen vaker gaan meemaken. Daarom is de watertransitie zo keihard nodig, daar staan we voor als bestuur. En daar zijn we pas net mee begonnen als waterschap. Er is nog heel veel nodig in het gebied om het robuust in te richten: In de beekdalen meer ruimte voor water. Daar werken we al hard aan met beekherstelprojecten. Op de hogere zandgronden moeten we meer water gaan vasthouden. En in het gebied ertussen, de flanken, gaan we de komende jaren ook aan de slag. En dat kan niet allemaal tegelijk, dat is de realiteit.”

De watertransitie is pas net begonnen. We gaan daarvoor graag in gesprek met mensen in ons gebied. We staan achter onze keuzes om meer ruimte voor water te creëren, voor droge en voor natte situaties. We moeten water vasthouden én water opvangen. De huidige situatie laat zien hoe hard die ruimte ook in de toekomst nodig is. We zien nu geen reden om te twijfelen aan de beekherstelprojecten of het waterbeheer dat we voeren. We blijven kritisch volgen en evalueren wat het effect is van onze ingrepen in het watersysteem. Dat is hoe we altijd werken. Ook de recente ervaring nemen we mee. En als blijkt dat het beter kan, dan lossen we het op. Daar staan we voor open. Waterschapswerk is mensenwerk.


geactualiseerd op 20 dec 2023