Waterschap De Dommel werkt al 15 jaar aan een verbetering van het beekdal van de Essche Stroom. Vanuit de lucht is goed te zien hoe de beek op sommige plekken weer door het landschap meandert. Ook in het buitengebied, tussen de stuw in Esch en de Belversedijk (vlakbij kasteel Nemelaer), komt er ruimte voor het water. Dit traject is de laatste schakel van het gehele Essche Stroom project dat eind 2023 klaar moet zijn.

Digitale presentatie vervangt gebiedsbijeenkomst

 “Het liefste ontmoet ik de omgeving tijdens een gebiedsbijeenkomst”, geeft Hans Koekkoek aan, projectleider van de Essche Stroom. “Helaas is het nog steeds niet vanzelfsprekend om, in groter gezelschap, samen te komen. Daarom hebben we, voor deze fase, een presentatie van de plannen opgenomen. Ik neem de bewoners digitaal mee het gebied in. De gekozen maatregelen, de eerste ontwerpen en het proces licht ik in de video allemaal toe. We hopen dat we zo de inwoners kunnen laten zien wat er met de ideeën is gedaan ”, aldus Hans Koekkoek. De presentatie is te bekijken op www.esschestroom.nl(externe link)

Puzzel

In 2005 is er een visie voor de Essche Stroom gemaakt waarin beschreven is hoe het waterschap in fases zou gaan werken aan een schone waterbodem, het bergen en afvoeren van water en ook meer ruimte voor natuur en recreatie. Projectleider Koekkoek is al deze jaren al verbonden aan de Essche Stroom. “In de afgelopen jaren hebben we de visie in acht grote deelprojecten uitgevoerd. Het traject Bruggelaar vormt het sluitstuk. Ook dit traject kent diverse deelgebieden die elk hun eigen specifieke kenmerken hebben. Binnen deze deelgebieden spelen vraagstukken over mogelijkheden voor agrarisch gebruik, natuur en water. Het is een hele puzzel om binnen deze gebieden de kansen en knelpunten in kaart te brengen, oplossingen te bedenken én om ze vervolgens met elkaar te verbinden tot één geheel. Een proces dat veel tijd kost.”

De opgave

In het beekdal gaan we aan de slag om de biodiversiteit en de kwaliteit van het water te verbeteren. Zo voorkomen we dat zeldzame flora en fauna verloren gaat. Ook de klimaatverandering speelt een rol in het anders inrichten van het beekdal. We hebben te maken met extreme droge perioden en vernatting tegelijkertijd. Daar moeten we rekening mee houden. De nieuwe loop van de Essche Stroom en de laatste paar honderd meter van zowel de Kleine Aa als de Rosep krijgen meanders in een halfopen landschap. Ter hoogte van Esch verplaatsen we de stuw ongeveer 300 meter stroomopwaarts richting het gebied de Ruiting. Vissen kunnen de stuw in de toekomst passeren via een meanderende vistrap langs de stuw. Bovengenoemde puzzelstukjes leiden ook tot recreatieve kansen, zoals mooie wandelpaden in het gebied.

Niet alleen

Koekkoek: “Het oplossen van deze puzzel doen en kunnen we niet alleen. We hebben de omgeving nodig. Aan de hand van een ‘praatplaat’ hebben we inventariserende gesprekken gevoerd met grondeigenaren. In juni vorig jaar deden we een oproep aan de omgeving voor ideeën en wensen voor de inrichting. Al heel snel kwamen de reacties binnen. De bewoners zijn heel betrokken bij de ontwikkelingen in de omgeving. De meeste reacties gingen over wandelpaden, fietsroutes en de mogelijkheid om het water over te steken. Maar ook een zwempoel voor honden en een uitkijktoren zijn genoemd.  Al deze opties zijn besproken, onderzocht en, daar waar mogelijk, meegenomen in de uitwerking van de plannen."

Werkzaamheden aan dijken bij Esch

Om te zorgen dat inwoners droge voeten houden werkt Waterschap De Dommel aan het herstel van de regionale waterkeringen in het stroomgebied. In Esch gaat het om het aanleggen en verbeteren van 2,4 km dijk langs de Essche Stroom, tussen de stuw in Esch en het spoor Den Bosch-Boxtel. Dit gebeurt om wateroverlast bij Esch te voorkomen tijdens extreem hoogwater. Afhankelijk van de beschikbare ruimte wordt er langs de beek een ‘groene dijk’ of een dijk met damwand aangelegd. In maart dit jaar is er gestart met de uitvoering. Eind 2021 is het werk klaar. 

Samenwerking en financiering

Het project is in samenwerking met de gemeenten Boxtel en Oisterwijk en de provincie Noord-Brabant. De realisatie wordt mede mogelijk gemaakt door financiering van de provincie Noord-Brabant.