De inhoud is geladen.

Logo Waterschap De Dommel
Logo Waterschap De Dommel

Gedragscode bestendig beheer en onderhoud

Gedragscode bestendig beheer en onderhoud

Sinds 1 april 2025 werkt Waterschap De Dommel met de nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud. Deze gedragscode geldt voor alle waterschappen in Nederland. De Wet Natuurbescherming valt voortaan onder de Omgevingswet. Hierdoor gelden er strengere regels voor het beheer en onderhoud van het watersysteem.

Wat is de gedragscode bestendig beheer en onderhoud? 

De gedragscode bestendig beheer en onderhoud geeft waterschappen regels en handvatten voor regelmatig terugkerend beheer en onderhoud. De gedragscode geldt voor allerlei werkzaamheden. Denk aan het maaien van oevers en het baggeren van beken en zandvangers. Maar ook voor onderhoud aan stuwen, gemalen en onderhoudspaden. Het doel: wettelijk beschermde plant- en diersoorten ook echt beschermen.  

Zo geeft de gedragscode bijvoorbeeld regels en handvatten voor omgaan met broedende vogels bij het maaien van beken en sloten. Dankzij de gedragscode hoeven waterschappen niet voor ieder beheer- en onderhoudswerk omgevingsvergunningen aan te vragen bij de provincie. Zo kunnen we maaien tijdens het broedseizoen en toch zorgvuldig omgaan met alle planten en dieren die leven in onze beken en sloten. 

De nieuwe gedragscode dwingt dus een meer ecologische manier van werken af: altijd voor een deel begroeiing laten staan, zorgvuldig plannen van onderhoudswerk rond seizoenen en alles goed vastleggen. Zo beschermen we de biodiversiteit tijdens ons werk. En blijven we binnen de kaders van de wet. 

Veelgestelde vragen

Voor welke werkzaamheden geldt de gedragscode? Hoe brengen jullie beschermde plant- en diersoorten in beeld? En moet iedereen zich aan de gedragscode houden? Hieronder vind je antwoord op veelgestelde vragen. Staat het antwoord op jouw vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op.

Voor welke werkzaamheden geldt de gedragscode?

De gedragscode geldt voor allerlei werkzaamheden. Van het maaien en baggeren van beken en sloten tot onderhoud aan dijken en oevers. De gedragscode geldt voor alle regelmatig terugkerende onderhoudswerkzaamheden van het waterschap.

Waarom moet het waterschap werken met de gedragscode?

De gedragscode beschrijft precies hoe we zorgvuldig moeten maaien, baggeren en snoeien. Met als doel om wettelijk beschermde planten en dieren zo min mogelijk te verstoren. Dankzij de gedragscode hoeven we niet voor elk beheer- en onderhoudswerk een vergunning aan te vragen. De gedragscode heeft een wettelijke geldigheidsduur van 5 jaar. 

Moeten anderen (bijvoorbeeld agrariërs) ook aan de gedragscode voldoen?

De gedragscode is opgesteld voor waterschappen, maar de regels gelden natuurlijk voor iedereen. Iedereen die zelf slootonderhoud uitvoert of met onze werkzaamheden te maken heeft, moet zorgvuldig werken. En daarbij schade aan beschermde plant- en diersoorten voorkomen. Ook in een smalle sloot leven planten en dieren. Daarom is het goed om begroeiing te laten staan, zolang dit de doorstroom van water niet belemmert. 

Tip: haal maaisel uit het water en probeer buiten het broedseizoen te werken. 

Waarom wijzigt de maaimethode op sommige plekken?

We mogen een beek of sloot, maar ook een dijk of kering niet meer volledig kaal maaien of schonen. Ook niet voor de winter. Bij elke onderhoudsbeurt moet minimaal een deel van de begroeiing blijven staan. Daarnaast wisselen we waar dat kan maar één keer per jaar van oever.  

Dit betekent dat we bij iedere beek of sloot nog maar één oever of slootkant volledig maaien. En dat we aan de andere kant begroeiing op de oever of slootkant laten staan. Net als een deel (ongeveer 25%) van de begroeiing onder water. 

Waarom laat het waterschap op sommige plekken nog meer vegetatie staan?

In gebieden waar zeldzame soorten voorkomen, gelden aanvullende regels. 
Bijvoorbeeld op plekken waar beschermde libellensoorten of amfibieën voorkomen. Daar moeten we 50% van de oeverbegroeiing en onderwaterbegroeiing laten staan. Dat is dubbel zoveel als hiervoor. Ook geldt op deze plekken een maaiverbod tijdens de actieve periode van deze soorten, zoals tijdens de vliegtijd van libellen. 

Wat moet ik doen als er schade wordt gereden tijdens het maaionderhoud?

Op sommige plekken komen we vaker terug om te maaien door verplichtingen vanuit de gedragscode. Dat kan schade veroorzaken. Bijvoorbeeld omdat er gemaaid moet worden, terwijl er al gewassen op het land staan.  

Wil je schade melden? Dien dan digitaal je schade in of stuur een schadebrief naar ons toe. 

Hoe houdt het waterschap rekening met beschermde planten en diersoorten?

De gedragscode schrijft voor dat we kwetsbare trajecten bij voorkeur niet maaien tijdens het broedseizoen. Als dit toch moet, is vooronderzoek verplicht. Afhankelijk van de plek moet een ecoloog van het waterschap voorlopen. De ecoloog controleert dan ter plekke of er broedende vogels of andere beschermde soorten aanwezig zijn. Hierop passen we de werkzaamheden aan. 

Hoe worden beschermde planten en diersoorten in kaart gebracht?

Hiervoor gebruiken we de verspiedingsatlassen en de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Iedereen kan een waarneming doorgeven aan het NDFF. Waarnemingen worden wel gecontroleerd op juistheid. 

Hoe zijn de medewerkers hiervoor opgeleid?

Alle medewerkers van beheer en onderhoud volgden de training Wettelijke Natuurbescherming Bestendig Beheer. Deze training rondden zij af met een examen. Afhankelijk van hun functie ontvingen zij een certificaat “zorgvuldig handelen wettelijke natuurbescherming” niveau 1 of niveau 2. Ook onze aannemers voldoen hieraan.